Gouden Texelse kap gekregen

De familie Keijser heeft onlangs een gouden Texelse kap met toebehoren aan de Oudheidkamer geschonken. De kap was oorspronkelijk eigendom van Antje Roeper-Bakker (1830-1891) en daarna van haar dochter Neeltje Roeper (1854-1940). In de nalatenschap van de laatste eigenaar, Annie Keijser-Roeper, zat een brief waarin zij te kennen gaf de kap te willen schenken aan het Texelse museum. Haar dochters hebben nu gehoor gegeven aan deze wens.

Kappen werden op Texel al sinds de 18de eeuw gedragen. In de eerste helft van de 20ste eeuw verdwenen ze uit het straatbeeld. Een kap bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder een brede gouden of zilveren band die oorijzer werd genoemd. De gekregen kap is compleet; hij bevat alle attributen die nodig zijn om hem te dragen. Zowel het oorijzer als de bijbehorende kapspelden zijn van goud.

Omdat oorijzers zeer kostbaar zijn, zijn ze vaak als erfstukken binnen de familie bewaard gebleven. Dit gold ook voor de kap van Antje Roeper. Haar dochter Neeltje Roeper, die de kap erfde, kreeg drie kinderen, waarvan twee al vroeg overleden. De enig overgebleven zoon Jacob Roeper bleef ongehuwd. Hij kwam vaak bij zijn nicht Annie Keijser-Roeper die drie dochters had en zodoende schonk hij haar de kap.

“Indien geen van mijn kinderen er na mij nog prijs op stelt om deze kap te bewaren dan moet hij worden geschonken aan de Texelse Oudheidkamer in Den Burg”, schreef mevrouw Annie Keijser-Roeper. In de uitgebreide brief staat ook: “Dit is de belofte die ik heb gedaan aan haar zoon Jacob Roeper die deze kap onder bovengenoemde voorwaarden aan mij heeft geschonken.”

Twee van de drie dochters van mevrouw Annie Keijser-Roeper, Neeltje en Anneke, overhandigden de kap in de Oudheidkamer. Ook aanwezig waren de zoon en dochter van mevrouw Neeltje Bakker-Keijser: Pieter en Marjetta Bakker. De familie bracht met de spullen ook de hierboven genoemde brief, familiefoto’s en extra informatie mee.

De familie schonk naast de kap met toebehoren ook een negentiende eeuws servies, waarschijnlijk een huwelijksservies, en een grote, zeer gedetailleerd gehaakte sprei. Conservator Alec Ewing nam de schenkingen in ontvangst.

Volgend jaar staat de tijdelijke tentoonstelling van de Oudheidkamer in het teken van Texelse klederdracht. Conservator Alec Ewing: “De Texelse kap is een belangrijk onderdeel van de Texelse- en vrouwengeschiedenis. Wij zijn dan ook ontzettend dankbaar voor deze schenking. Hij past bovendien uitstekend in de nieuwe tentoonstelling van 2022.”